De ontstaansgeschiedenis van Weesp voert terug tot de elfde eeuw. De naam Wispe of Wesopa duikt voor het eerst op rond 1150. Deze namen zijn vandaag de dag terug te vinden in het dagelijkse leven in Weesp.

Door de eeuwen heen kent Weesp zowel voorspoed als armoede en verval. In de veertiende eeuw zorgden de eerste bierbrouwerijen en daarna jeneverstokerijen voor grote perioden van welvaart en bloei. Van die welvaart getuigen het fraaie door Husly gebouwde stadhuis en de Grote of Laurenskerk met zijn speelse Hemonycarillon. Het stadhuis uit de 18e eeuw is een statig, neoclassicistisch gebouw met een gevel van zandsteen. In dit gebouw vind je op de tweede verdieping het Museum. De hoofdcollectie van dit museum is een verzameling Hollands porselein uit de 18e eeuw. Deze kostbare collectie bevat het eerste porselein van Nederland, gemaakt tussen 1759 en 1768 in Weesp.

In de 19e eeuw was de stad verarmd en vele huizen stonden leeg of op instorten. Slechts tijdelijke projecten, zoals de bouw van de lutherse kerk, en het ontstaan van de tabaksindustrie brachten enige verlichting in deze zware tijd. Vooral de jaren veertig waren extreem slecht, aardappelziekte en cholera zorgden zelfs voor opstanden. De oplossing voor deze moeilijke periode kwam pas na 1850 met de komst van Van Houten. Vanaf dat moment brak voor Weesp een periode van opbouw bloei en industrialisatie aan. De historie hiervan is ook terug te vinden in het Museum.